balk

radslag

1. oefen hem op een lijntje, de balkverbreder en ga van lage naar hogere balken

2. probeer hem op de vloer tussen twee blokken te maken dan weet je zeker dat je recht gaat

3. neem je armen na de radslag zo snel mogelijk mee omhoog

4. duw je schouders helemaal uit en ga niet in de rug hangen 

5. ga niet te snel, dan kan je beter sturen, maar ook niet te langzaam, dan verlies je je evenwicht

sprongen

1. kijk naar het puntje van de balk

2. wees niet bang, als je voorzichtig gaat springen kom je minder hoog en ga je sneller wiebelen. Er kan niet veel gebeuren en als je een keertje valt is dit niet erg.

3. houd je bovenlichaam / schouders rechtop

boogje

1. zet je handen naast elkaar met je vinger om de balk, zo kun je goed sturen.

2. neem je armen na het boogje gelijk mee omhoog

3. als je het eng vindt, tel af tot drie (je kunt drie keer met je voet tikken op de balk) en ga gewoon naar achter, je zet je handen er altijd op dus vooral niet twijfelen.

4. doe hem altijd eerst een keer op de grond

5. denk bij het naar achter gaan aan 'sturen' of 'recht gaan'

koprol

1. knijp in de balk zodat je goed kan sturen

2. kijk zo snel mogelijk weer naar het puntje van de balk

handstand

1. zet je handpalmen op de balk en je vingers eromheen, probeer uit of je het fijner vindt met je wijsvingers op of langs de balk

2. oefen ook handstanddoorrol / tiktak voor als je overklapt 

pirouette

1. zorg ervoor dat je je bovenlichaam rechtop houdt tijdens het draaien

2. als je scheef gaat stap dan door na de pirouette zo kun je je evenwicht beter terugvinden

3. oefen een voorbereidende oefening: de pirouette zonder te draaien (hoog op de tenen)

4. draai altijd hoog op de tenen en houd je voet bij je knie